De hostie in de eucharistieviering
De hostie is ongezuurd brood dat het lichaam van Christus symboliseert tijdens de viering van de Eucharistie, het sacrament dat Jezus instelde bij het Laatste Avondmaal. In feite is de hostie niet alleen een voorstelling van Jezus, maar wordt het, na consecratie, zijn hele lichaam dat als offer wordt aangeboden. Bij het Laatste Avondmaal bood Jezus zijn discipelen het brood en de wijn aan als zijn lichaam en bloed, en nodigde hen uit om hetzelfde te doen voor de komende eeuwen, om zijn offer voor de redding van de mensheid te vernieuwen. De Eucharistie is daarom een van de fundamentele vieringen van de katholieke religie, het moment waarop Jezus weer mens wordt en zichzelf opoffert voor al zijn kinderen. In de katholieke en orthodoxe kerken wordt de transformatie van brood in het lichaam van Christus “transsubstantiatie” genoemd, terwijl het in de protestantse kerk “consubstantiatie” wordt genoemd.
De hostie die in de eucharistie wordt gebruikt, is gemaakt van tarwe en heeft een ronde vorm. Het ontleent zijn naam aan het Latijnse woord hostia, dat een offer aan de goden betekende. Het is gemaakt van ongezuurd brood, zoals het Boek Exodus voorschrijft. Het Hebreeuwse Pasen omvatte een diner van ongezuurd brood en bittere kruiden om de bevrijding uit Egypte te herdenken. Het christelijke Pasen, dat bij elke eucharistieviering opnieuw wordt gevierd, markeert de vernieuwing van het Nieuwe Verbond door het lichaam en bloed van Christus.
Alleen in de katholieke kerk wordt het gewijde brood het Heilig Sacrament en wordt het aan de gelovigen aangeboden. De overgebleven hosties worden bewaard in het tabernakel en kunnen net zo aanbeden worden als Jezus zelf.
Elke eucharistie is een belofte van onsterfelijkheid en gemeenschap met Christus, die zichzelf aanbiedt als voeding voor de mensheid en de Kerk.
Thomas van Aquino schreef in “De venerabili Sacramento Altaris” dat er bij elke eucharistie wonderen werden verricht: het brood is het ware Lichaam van Christus, gelijk aan dat wat geboren is en aan het geestelijk lichaam van de verrezen Christus; de gehele substantie van het brood is veranderd in Christus, het brood als zodanig bestaat niet meer; de substantie van het brood is veranderd in het Lichaam van Christus, maar er zijn ongelukken, de kwaliteiten van het brood, dat zich niettemin niet vermeerdert, noch vermindert, blijft uniek identiek intact en heel, zelfs wanneer het gegeten wordt door de gelovigen; het brood als het Lichaam van Christus is tegelijkertijd aanwezig op alle plaatsen waar de Eucharistie gevierd wordt.