Liturgische voorwerpen
Onder liturgische voorwerpen verstaan we het geheel van voorwerpen die nodig zijn voor de eredienst, in het bijzonder voor de viering van de Eucharistie, maar ook om het altaar, de kerk en de priester te versieren (in dit geval spreken we eerder van liturgische gewaden) en om het Heilig Sacrament te bewaren (heilige vaten).
Liturgische voorwerpen worden meestal gemaakt van kostbare materialen. In het bijzonder de elementen van liturgische voorwerpen die in direct contact komen met de Heilige Eucharistie moeten rekening houden met de waarde van wat ze zullen bevatten of aanraken. Kazuifels, tunieken, koorkap en slaapkleed moeten van zijde zijn, terwijl de albe, de purificator, de deken, tafelkleden en amicanten eenvoudig van linnen of hennep gemaakt kunnen zijn. De kelk, ciborie, pateen en monstrans moeten van goud of zilver zijn. Als het liturgische zilverwerk van minder edele metalen is gemaakt, moet de binnenkant van de kelk en de ciborie in ieder geval verguld zijn.
In de vroege Kerk werd niet al te veel belang gehecht aan liturgische voorwerpen: de sacramenten werden gevierd in gemeenschappelijke ruimten, met gewaden en alledaagse voorwerpen, naar het beeld van Christus. Later, toen de liturgie een steeds meer gedefinieerde rituele vorm aannam, werden liturgische voorwerpen een onmisbaar en symbolisch onderdeel van de viering. Na verloop van tijd werd het onderscheid tussen de gewaden van de leken en die van de geestelijken ook duidelijker, vooral tijdens de riten, wanneer de priester iets anders wordt dan zichzelf.
De vorm en materialen van andere liturgische voorwerpen, zoals vazen, werden door de eeuwen heen ook verfijnd volgens precieze criteria. Het borduurwerk, de gebeitelde versieringen en het inlegwerk uitgevoerd door uitstekende kunstenaars en bekwame ambachtslieden verbonden de geschiedenis van liturgische voorwerpen onlosmakelijk met die van de geschiedenis, verrijkten kerken en gebedshuizen met ware meesterwerken en creëerden een steeds duidelijker scheiding tussen voorwerpen voor algemeen gebruik en voorwerpen die gewijd waren aan en gereserveerd voor de liturgie.
De Kerk eist echter ook dat liturgische voorwerpen de principes van nobele eenvoud respecteren: vorm en materiaal zijn belangrijker dan de rijkdom van het oornament zelf.
De meeste liturgische voorwerpen worden voor gebruik gewijd en bewaard op een speciaal daarvoor bestemde plaats in de sacristie.