Monstrans voetstukken
Monstransvoeten zijn steunvoeten waarop de monstrans geplaatst kan worden.
De monstrans is een heilig vat dat gebruikt wordt om het Allerheiligste aan de gelovigen bloot te stellen. Deze uitstalling vindt plaats tijdens de aanbidding en de eucharistische zegening. Alleen al de naam van dit voorwerp symboliseert de functie ervan: het woord is afgeleid van het Latijnse ostendere, wat “tonen” betekent. Zo’n belangrijk en plechtig object heeft een even kostbare basis nodig.
Daarom zijn monstransvoeten een belangrijk onderdeel van het kerkmeubilair geworden. Het zijn meestal koperen, verguld bronzen of verzilverde tronen die gebruikt worden als basis om het Allerheiligste op uit te stallen, maar ze kunnen ook gemaakt zijn van hout, glas of andere materialen.
Monstransbodems zijn vaak versierd met decoraties en beelden: zingende engelen, evangelisten, opengewerkte kruisen, duiven, vissen, herten, wijnranken, druiven en andere heilige symbolen die verbonden zijn met Christus en het mysterie van zijn dood en verrijzenis.
Sommige monstransbodems krijgen door de gebruikte materialen en het vakmanschap waarmee ze zijn gemaakt de waarde van echte kunstwerken, die nog worden verrijkt door de monstrans zelf.
Vanaf de vijftiende eeuw ontwikkelde zich de “architecturale” monstrans, in de vorm van een kleine toren of kleine ogivale tempel, meestal gemaakt van goud of zilver en versierd met pinakels. Vooral voor dit type monstrans moest de basis even rijk en artistiek uitgewerkt zijn. Dit type monstrans met monstransvoet wordt nog steeds gebruikt in de Ambrosiaanse liturgie.
De troon is een ander type monstransbasis. Het is een soort aedicula of kleine tempel gemaakt van hout (maar ook zilver en andere edele metalen), met daarboven een baldakijn. Deze monstransbasis wordt op het altaar geplaatst voor de aanbidding en zegening van de Eucharistie.